Molukkers: ‘Landelijke regeling grafrechten 1e generatie stap richting erkenning van onze geschiedenis’

Dit artikel is mogelijk gemaakt door alle reacties via het Landelijk Moluks Panel
© Alle foto’s MOZA

Vorige maand maakte de regering excuses naar aanleiding van een rapport over de trans-Atlantische slavenhandel. De roep om het kabinet verantwoordelijkheid te laten nemen voor kwesties met andere groepen wordt steeds groter. 97% van de Molukkers in Nederland is voorstander van een landelijke regeling voor de speciale beschermde status of eeuwige grafrechten van de graven van de 1e generatie Molukkers. ‘De Nederlandse staat moet verantwoordelijkheid nemen.’ Dat blijkt uit een brede peiling van Stichting MOZA via het Landelijk Moluks Panel onder 655 Molukkers in Nederland.

‘Verantwoordelijkheid van de staat’

Bijna alle Molukkers vinden het belangrijk dat de Nederlandse staat een landelijke regeling treft als eerbetoon aan de groep Molukkers die in 1951 voor tijdelijk verblijf naar Nederland is verscheept. 59% geeft aan dat er lokaal reeds een regeling is getroffen, maar dat er alsnog een landelijke regeling moet komen. Over de vraag waarom dit moet gebeuren, verschillen de meningen. Maar 60% van de Molukkers vindt dat de Nederlandse staat verantwoordelijkheid moet nemen, omdat de Nederlandse staat deze groep op dienstbevel naar Nederland heeft gestuurd.

Geen plek voor Molukse veteranen

Staatssecretaris Van Ooijen zei in mei 2022 nog geen heil te zien in een landelijke regeling voor de grafrechten van de KNIL-militairen, omdat ‘ook Molukse veteranen op een veteranenbegraafplaats kunnen worden begraven, bijgezet of uitgestrooid.’ 

‘Overal in Nederland zijn prachtige begraafplaatsen voor veteranen. De Molukse KNIL-militairen hebben echter pas in 2017 de veteranenstatus. De meeste hebben die kans dus nooit gekregen’, aldus Kaja Sariwating, bestuurskundige en verantwoordelijk voor het MOZA-onderzoek over de grafrechten.

‘Dat de staatssecretaris dan zulke dingen vertelt tegen de Tweede Kamer, dat doet veel mensen pijn en dat snap ik wel’,zegt Johnny Taihuttu van Stichting Buah Hati die twee jaar geleden in Tiel als een van de eerste gemeenten de beschermde status toegekend gewezen kreeg.

Beschermende status afhankelijk van Molukse gemeenschap

Bijna alle gemeenten die de beschermde status hebben toegekend hebben een Molukse gemeenschap variërend van 1 tot 3% van het totale inwonersaantal. Uit de peiling komt ook een duidelijk beeld naar voren over de willekeur hiervan. Vier op de tien Molukkers vinden dat de staat juist daarom een landelijke regeling moet treffen, omdat er ook mensen begraven liggen nabij de oude barakken waar Molukkers tijdelijk werden gehuisvest. ‘Nadat ze in de Tweede Wereldoorlog voor Nederland hebben gevochten werd in Nederland hun pensioen nooit uitbetaald. Het enige wat de Nederland staat kan doen is hun laatste rustplaats eren,’ aldus een Molukker die meedeed aan het onderzoek.

Stap in de goede richting

‘Al 72 jaar wordt het verhaal van onze grootouders grotendeels genegeerd. De geschiedenis kunnen we niet herstellen. Maar erken dan dat ze kil zijn ontvangen en hoe we daar als samenleving anno 2023 tegenaan kijken’, zegt voorzitter Yordi Tahamata van Stichting Landelijk Moluks Monument. ‘Erkenning komt nooit te laat. Maak een gebaar en ga met de Molukse gemeenschappen in gesprek, dat is een stap in de goede richting.’

‘Veranker het Molukse verhaal in het onderwijs’

Henry Timisela sluit zich grotendeels aan bij de woorden van Tahamata en kijkt ook naar de toekomst: ‘Niet enkel die erkenning is belangrijk, niet alleen de gesprekken met de verschillende Molukse gemeenschappen zijn wenselijk, maar juist de verankering in het onderwijs van deze geschiedenis is dan de meest logische vervolgstap,’ zegt de directeur van het Moluks Historisch Museum. ‘Met aanvulling van Molukse perspectieven in dit geheel én het onderwijs ontstaat een completer en vooral humaner beeld rondom deze historische feiten,’ aldus Timisela.

Ereschulden

Circa 57% van de Molukkers vindt dat de staat nog meer heeft goed te maken dan enkel een landelijke regeling voor grafrechten. Met name de rol van de Nederlandse regering bij de overtocht naar Nederland, achterstallige pensioenen en meer aandacht voor het Molukse verhaal in het onderwijs worden vaak genoemd.

‘De Nederlandse staat heeft de Molukse veteranen, hun gezinnen en óók hun nazaten veel schade aangericht. Er staan militairen ereschulden open en die moeten eerlijk en fatsoenlijk ingelost worden’,zegt Marcel Wattimury. Hij kan de 57% wel begrijpen. ‘De laatste veteranen leven nog, los die ereschulden daarom in nu het nog kan. De tijd dringt.’

Foto van de poort van de begraafplaats in Tiel. Voor de meeste Molukkers was een graf op een veteranenbegraafplaats onmogelijk. Sinds 2017 hebben Molukse KNIL-militairen pas officieel de veteranenstatus. 100 Molukse KNIL-veteranen waren toen nog maar in leven.


Noot van onze redactie
In 1951 kwamen circa 12.500 Molukkers naar Nederland, voornamelijk Molukse KNIL-militairen en hun gezinsleden. In sommige gevallen zelfs onder druk van een dienstbevel. Het idee was om ze tijdelijk op te vangen. Aangekomen in Nederland volgde militair ontslag en opvang onder vaak erbarmelijke omstandigheden, zoals in oude arbeiderskampen en voormalig concentratiekampen. Grote families werden opgevangen in kleine ruimtes op locaties die niet geschikt waren om lang te verblijven (met grote gezinnen). Uit Tweede Kamerstukken blijkt dat 517 mensen in de woonoorden overlijden.

Voor meer informatie over het onderzoek kunt u contact opnemen met MOZA. Lees hier de rapportage van alle onderzoeksresultaten.

Vorige
Vorige

Hatutamelen: ‘Ik wil Molukse jongeren inspireren om onze cultuur levend te houden’

Volgende
Volgende

Bekijk de MOZA-agenda