Twee maanden werken aan Skaubryn of Atlantis: ‘Ik maak deze posters voor de verhalen die het losmaakt’

Fâris van de Lisdonk is in 2019 gestart met het project Van kust tot kade. Een project waarmee hij de aankomsten van Molukkers in 1951 eert door de 11 schepen tot in precisie te illustreren. Onder andere via sociale media laat hij zien met hoeveel zorgvuldigheid en passie hij werkt aan dit project. MOZA ging bij Fâris langs en stelde hem wat vragen: waarom hij naast een fulltime job zijn tijd steekt in dit project en wat de reacties van mensen met hem doen.

Hey Fâris, waar staat het project Van kust tot kade precies voor?

‘Het project heeft als doel de aankomst van de Molukkers in 1951 te herdenken. 1951 was een keerpunt in de geschiedenis voor de Molukse gemeenschap: ontslag uit het leger, een aankomst in een vreemd land en niet wetende wat ze te wachten stond. Onze opa’s, oma’s en ouders hebben veel meegemaakt, vooral veel moeten opofferen. Om dit moment in de geschiedenis niet te vergeten bedacht ik me om de voor ons 11 bekende schepen van de 12 reizen (de Kota Inten vaarde twee keer naar Nederland, red.) die zijn ingezet te illustreren en daar posters van uit te geven.’

Posters drukken van schepen van 70 jaar geleden. Gebruik je daar bouwtekeningen of foto’s voor?

‘Ik wil het zij-aanzicht van de schepen illustreren zoals ze in 1951 waren, maar zo makkelijk is dat niet. Aan elk schip gaat veel onderzoek vooraf. Er is weinig info over de schepen en sommige foto’s zijn niet bruikbaar. Sommige archieven - veelal uit het buitenland - zijn vernietigd of in privé bezit. Als dat niet al genoeg is, zijn vele schepen in al die jaren aan verbouwingen onderhevig geweest. Soms van vrachtschip omgebouwd naar hospitaalschip, van hospitaalschip naar migrantenschip, van migrantenschip naar Ocean-liner, noem maar op.’

Maar dat klinkt tijdrovend, toch?

‘Ja, dat is het ook. Ik combineer bruikbaar materiaal in een schets waar je de verhoudingen op elkaar afstemt. Bijvoorbeeld hoeveel ramen, patrijspoortjes, reddingsboten, schoorstenen en masten. Van onderzoek tot en met uitwerking ben ik zo’n twee maanden bezig per schip.’

De aankomsten in 1951 markeren de Molukse geschiedenis in Nederland: het einde aan een verblijf in hun thuisland en het begin in het vreemde Nederland.

Waarom is dit project zo belangrijk voor je?

‘Mijn opa en oma zaten op de Castelbianco als jongvolwassenen, zelfs jonger dan dat ik nu ben. Ik kan mij niet voorstellen hoe zij zich moeten hebben gevoeld, niet wetende welke opoffering zij zouden moeten gaan brengen. Dit project is daarom zo belangrijk voor mij, zodat ik, en wij allemaal, die opoffering nooit vergeten. Zij hebben alles gegeven en bij de aankomst is hen ook eigenlijk alles ontnomen. Ze hebben hier met niets anders dan hun doorzettingskracht en geloof een leven op weten te bouwen waar wij als latere generaties alleen maar respect voor kunnen hebben.’

Klinkt dat niet als wat meer dan een project?

‘Nou ja, voor de generaties die nog gaan komen hoop ik dat wanneer zij de poster zien ze aan ons vragen: wat is dat voor schip? Zo ontstaat er dialoog en wellicht interesse om meer over de geschiedenis te willen weten. Ik ben hiermee gestart om ons verhaal te vertellen en niet ‘zomaar’ een product op de markt brengen. Het is ook echt een project geworden waar al mijn passie in zit.’

Jouw posters hangen bij mensen in de woonkamer. Wat krijg je voor reacties terug?

‘Iedereen is positief. Ooms en tantes die spontaan verhalen vertellen over hun tocht met een van de schepen. En jongeren die aan hun ouders vragen: op welk schip zaten opa/oma? Of juist de volwassenen die er nooit bij stilstonden met welk schip de familie naar Nederland is gekomen en dat ze dit dan later gingen navragen. Het maakt verhalen los. De nieuwe verhalen achter de schepen. Om die verhalen door te geven, daar doe ik het voor.’

Je steekt je vrije tijd nu in de laatste zes schepen. Hoe ziet de toekomst van het project eruit?

‘Het einde van het project is nog niet in zicht. Ik ben nu nog druk bezig met de Asturias. Deze hoop ik midden december op voorraad te hebben. Als de Asturias klaar is heb ik zes van de 11 schepen beschikbaar, dan ga ik verder met de laatste 5 schepen. Ik heb wel als idee om een verzenddoos te laten maken voor de poster mét een lijst.’

Perfect als kerstkado lijkt mij, toch?

‘Zover is het alleen nog niet. BAHAYA is echt een passie-project, maar ik werk daarnaast ook gewoon nog full-time. Houd allemaal de Facebook en Instagram van BAHAYA in de gaten voor updates zou ik zeggen, haha.’

En misschien een vervolg, zoals posters van de woonoorden?

‘Uiteraard heb ik altijd wel wat ideeën, maar nog niet de tijd om dit uit te werken. Ik focus mij nu vooral op de schepen. Mijn lieve vrouw helpt met de teksten op social media, want daar ben ik zelf niet zo goed in. Alles op z’n tijd, eerst maar alle schepen af zien te krijgen. Daar ben ik al druk zat mee, daarna kijken we verder.’

 

Meer info

Fâris (33 jaar) is werkzaam als freelance illustrator & multimedia designer vanuit zijn eigen ondernemingen REFRESHH & BAHAYA. Tijdens de coronacrisis is hij vanuit BAHAYA gestart met het project Van kust tot kade, waarmee hij zij-aanzichten van de 'Molukse' schepen uit 1951 illustreert en verkoopt. Zijn opa en oma Tehupelasury-Ohorella meerden samen met hun 1-jarige zoon op 24 april 1951 met de Castelbianco aan in de Lloydkade in Rotterdam. De moeder van Fâris is later in Nederland geboren.

Je kunt Fâris en zijn project Van kust tot kade en andere plannen met Bahaya online volgen. Klik op de foto of het filmpje om naar zijn website of Instagram te gaan.

Vorige
Vorige

Theater event Stille kracht: ‘Ga op zoek naar de kern van je roots’

Volgende
Volgende

Tentoonstelling When Things Are Beings