EXPOSITIE MENA

Discriminatie

Ben Manusama
Delft, 1957

Foto 1
Zo’n dertig jaar geleden keek ik met mijn kinderen naar een aflevering van Alfred Jodocus Kwak over een kraai van gemengde afkomst. Hij deed zich anders voor om erbij te horen. Toen de andere dieren zijn afkomst ontdekten, moest hij huilen, maar ze stelden hem gerust en zeiden dat het niet erg was. In mijn jeugd wist ik heel goed dat het in de Molukse gemeenschap wel uitmaakte, want je telde dan gewoon niet meer mee. Ik heb daarom lang verbloemd dat ik een Nederlandse moeder heb. Hoewel ik voornamelijk discriminatie vanuit de Nederlandse samenleving heb ervaren, komt het ook zeker in onze eigen gemeenschap voor. In het begin zaten we in kampen alleen naar elkaar te staren. Er was geen buitenwereld. Je trouwde met elkaar, maar vocht ook met elkaar. Iemand die een andere politieke voorkeur had of anderszins ‘afweek’, werd buitengesloten. Het lijkt soms wel of wij alleen kunnen denken vanuit het kleine kader van ons dorp van herkomst. Daardoor blijven we dicht bij onszelf: het is onze kracht, maar het is soms ook benauwend.

Foto 2
Een rolbandmaat. Manusama’s lichaamslengte is onder Molukkers vaak onderwerp van gesprek, omdat een grote lengte wordt gezien als een kenmerk van Nederlanders. Daarnaast symboliseert de rolbandmaat dat we als samenleving – ook als Molukse gemeenschap – te vaak iemand langs een meetlat leggen. Tweede generatie Molukkers met een bi-culturele achtergrond hebben, volgens Manusama, om die reden hard moeten knokken om geaccepteerd te worden binnen de gemeenschap. Nu veel jongeren met een gemengde afkomst aan de weg timmeren, hoopt hij dat het denken in termen als volbloed en halfbloed Moluks tot het verleden behoort.

Vorige
Vorige

Lichamelijke gezondheid

Volgende
Volgende

Verslavingszorg